1          De werkelijke reis- en verblijfkosten voor dienstreizen van de werknemer in opdracht van de werkgever worden vergoed op declaratiebasis, mits deze akkoord worden bevonden door de werkgever.

2          Op verzoek van de werkgever dient de werknemer de bescheiden over te leggen waaruit het bedrag van de vergoeding kan worden vastgesteld.

3          Aan de werknemer die voor de uitoefening van zijn functie regelmatig gebruik moet maken van eigen vervoer kan, in afwijking van lid 1 een vaste vergoeding voor de gemaakte