Mark Van de Voorde – De censor van het bisdom den Bosch heeft zeventien liederen ongeschikt bevonden voor de liturgie. Anders gezegd, ze mogen niet meer worden gezongen tijdens de eucharistievieringen in de parochie- en andere kerken van het bisdom. Op dat bericht reageerde ik met ongeloof. Niet dat ik door deze censuur ongelovig was geworden – mijn geloof is nogal stootvrij, laat staan dat het zich total loss zou rijden in deze peripetie. Maar ik kon nauwelijks geloven dat de kerk in onze voor het geloof zowel barre als boeiende samenleving tijd heeft voor dergelijke strapatsen van een overijverige censor.
Ten andere, ik wist niet eens dat er nog zoiets bestond als een censor. Ik dacht dat Nihil Obstat en Imprimatur behoorden tot een verlaten tijdvak onze kerkgeschiedenis. Bovendien, het Nihil Obstat en het Imprimatur werden altijd gegeven of geweigerd vóór de teksten in kerkelijk roulatie gingen. Achterafcensuur is kwalijk. Want liederen houd je toch niet tegen.Een lied houd je niet tegen. Toen ik dat censuurbericht van het bisdom Den Bosch las, dacht ik dan ook meteen aan een van de lievelingsliedjes van mijn moeder, ‘Ein Lied geht um die Welt’ van de Duitse jood Joseph Schmidt. Ik wil hierbij heel duidelijk zeggen dat het feit dat de titel van dit liedje mij te binnen schoot, helemaal niets te maken had met de geschiedenis van het liedje (anders verdenken sommigen mij nog van ongepaste vergelijkingen.
Natuurlijk zou het ongepast zijn om in herinnering te roepen dat deze titelsong van de gelijknamige film uit 1933 toevallig in de Duitse bioscopen in roulatie werd gebracht enkele maanden na de machtsovername van de nazi’s, om later verboden te worden. Ik ken dat liedje uit mijn kinderjaren, omdat het toen, in 1958, door een film over de joodse tenor Joseph Schmidt, weer populair werd. Mijn moeder zong het mee, als het uit de radio klonk.
Dat dit liedje mij te binnen schoot bij het bericht over de verbanning van enkele liederen uit de liturgie, heeft te maken met zijn titel: ‘Ein lied geht um die Welt’. Een lied gaat zijn eigen weg, vooral, zoals Schmidt zong, “ein Lied das euch gefählt”. Lied en muziek hebben een levensduur waar verbodsbepalingen geen greep op hebben. En wie wil verbieden, wekt weerstand op. Muziek gaat desnoods onderduiken, als voedsel van verzet.
Liederen verbinden mensen. Ofwel in hun overtuiging (van ideologie of van geloof) ofwel in hun toewijding (uit patriottisme of uit devotie) ofwel in hun verlangens (naar liefde of naar God) ofwel in hun protest (tegen onrecht of tegen zonde). Maar liederen verbinden mensen niet op basis van een beleden waarheid maar op basis van beleefde gevoelens. De mensen verlangen van hun lievelingsliederen niet dogma of doctrine, maar opwekking of emotie.
Van de dichter mag je dus nooit de waarheid verwachten maar wel de schoonheid. De schoonheid gaat altijd aan de haal met de waarheid. Ook de meest vrome en meest orthodoxe priesterdichter der Lage Landen, Guido Gezelle, was het niet te doen om de waarheid, toen hij in Het Schrijverke de watertor liet zeggen: “Wij schrijven, herschrijven en schrijven nóg, den heilige Name van God!” Gezelle wist dat hij loog, want dat die watertor helemaal niet de naam van God schrijft op het watervlak. Het was hem om de beeldspraak te doen. Beeldspraak is nooit het spiegelbeeld van werkelijkheid. Om de mens te raken moeten dichters met hun lied “um die Welt” van de waarheid lopen.
De kracht van een lied is niet dat je het begrijpt, maar dat het je meeneemt op reis, zoals Joseph Schmidt zong: “Die Melodie erreicht die Sterne.” En ook dat wisten voor heel wat mensen de liederen van Oosterhuis te bereiken.
Het wordt een heikele zaak om onze kerkelijke liederenschat af te wegen aan de orthodoxie. Wie daaraan begint, moet consequent zijn. Veel oude kerstliedjes bijvoorbeeld doorstaan die toets niet, want ze handelen meer over de Middeleeuwen dan over de geboorte van Jezus. Ook alle lutherse en protestantse liederen moeten dan uit ons liedboek verdwijnen, want ze zijn per definitie niet katholiek.
Als de persoonlijke meningen en de uitspraken van dichters en componisten moeten verrekend worden in de appreciatie van hun werk, dan vallen alvast bijna alle grote componisten af. Van hun levenswandel zullen we maar zwijgen. Misschien moeten we ook het orgel uit onze kerken bannen, want van oorsprong was het orgel een instrument uit het Romeinse circus (Nero bespeelde het).
Ein Lied geht um die Welt, omdat het onze hoofden zingt en in onze harten jubelt. Geen censor houdt dat tegen.
Mark Van de Voorde is publicist en raadgever van de Belgische premier Yves Leterme en van de Belgische vicepremier en minister van Buitenlandse Zaken Steven Vanackere. Hij schrijft op persoonlijke titel.