INGEZONDEN STUK - Hebt u dat nou ook? Regelmatig bekruipt me het gevoel dat de kerkmusicus met de stille trom is vertrokken. Gedurende enige decennia is er als het ware een geïsoleerde werkplek voor de kerkmusicus ontstaan en zijn daarnaast de nodige vrije invullingen van de liturgie een eigen leven gaan leiden. Enige tijd werd dat geweten aan de onbereikbaarheid van jongeren en moesten onder andere, al dan niet krampachtig geformeerde, beatvieringen de afstand overbruggen.
Dirigenten en organisten werden steeds meer in het traditionele spoor gedrukt (en lieten zich daarin kennelijk drukken) en de programma-aanpak werd een feit. De koren moesten met hun (bege-)leiding maar het hunnen doen en de kerkmusicus (voor zover nog aanwezig) moest zich verder maar niet met de gang van zaken bemoeien.
Als we daarbij voegen wat er in de diverse vieringen rond huwelijk, jubilea en uitvaart op de lessenaar wordt gevraagd en gelegd, lijkt er een nieuwe repressieve opstelling onvermijdelijk.
Jawel, we kenden het predicaat ‘nihil obstat’ , dat zo ongeveer met Vaticanum II is gesneuveld. We zijn toen ‘dus’ in een aanzienlijk ‘vrije periode’ gestapt en hebben ons niet gerealiseerd dat zo iets niet kan voortbestaan…
In menig parochiële praktijk is de kerkmusicus ‘lastig verklaard’ , al dan niet gecombineerd met ‘nogal duur’. Koren worden geleid en toetsen worden beroerd door menig goedwillende liefhebber, die niet door kennis van zaken wordt gehinderd. Liedkeuze is op menige plaats een ramp; het sentiment kan niet groot genoeg zijn; solisten, die (n)ooit een zangpedago(o)g(e) hebben ontmoet, zingen het hoogste lied; de toonsoort en harmonisatie is het ‘betere maatwerk’ (we worden allemaal wat ouder); en zo kunnen we allemaal nog wel even door gaan.
Waar ooit de composities pro actief werden beoordeeld en er degelijk repertoire werd opgebouwd, zijn we op menige plaats de weg kwijt geraakt en is er niet pro actief ingegrepen. Ook de kerkmusici bleven werken binnen de ontstane kaders en ontsnappen betekende feitelijk alleen verlies van loon en rechtszekerheden. Amateurs opleiden en vooral een positief uitdagend werkterrein bieden raakte aldus (ook) in de knel. Waar werd de motivatie overeind gehouden?
K.D.O.V. organiseer een symposium met deze problematiek als agendapunt en nodig alle betrokken organisaties daarvoor uit. Stel een goed aantal stellingen samen en ga de discussie aan en vooral: laat van u horen. Te lang is er niets ondernomen; te lang kabbelen we voort op de stroom, die we zelf niet meer weten te leiden of te beïnvloeden. De jeugd ziet het nog nauwelijks en steeds minder jongeren zien een uitdaging in het volgen van een vakstudie, die naar (vooral) een kerkelijke omgeving leidt.
Alle hens aan dek.
Bert Becht
Berlicum Nb