ROTTERDAM - In het kader van barmhartigheid vraagt het Bisdom Rotterdam de parochies om, eventueel samen met de pci, in gesprek te gaan met hun kerkmusici om te bezien of een tegemoetkoming wegens gederfde inkomsten aan deze kerkmusici aangeboden kan worden, zodat kerkmusici kunnen voorzien in hun levensonderhoud. Dit is te lezen de Nieuwsbrief Economaat van het Bisdom Rotterdam.
"Als gevolg van de coronamaatregelen heeft het bisdom de afgelopen weken veel signalen van parochies ontvangen met betrekking tot de soms zorgwekkende (financiële) situatie van kerkmusici, die werken op basis van een overeenkomst van opdracht. Nu koorrepetities en publieke liturgievieringen geen doorgang vinden, is er voor deze kerkmusici minder of geen werk. Kerkmusici die werken op basis van een overeenkomst van opdracht ontvangen daardoor minder of geen inkomsten en komen in sommige gevallen onder of net boven bijstandsniveau terecht. Het gaat in veel gevallen om kerkmusici die al jaren in de R.-K. Kerk actief zijn en waarmee parochies zich verbonden voelen. We willen deze kerkmusici niet in de kou laten staan. In het kader van barmhartigheid vraagt het bisdom de parochies om, eventueel samen met de pci, in gesprek te gaan met hun kerkmusici om te bezien of een tegemoetkoming wegens gederfde inkomsten aan deze kerkmusici aangeboden kan worden, zodat kerkmusici kunnen voorzien in hun levensonderhoud.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een onderscheid moet worden gemaakt tussen twee ‘soorten’ kerkmusici:
• | kerkmusici met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd, ook degenen met een 0-uren-arbeidsovereenkomst. Zie hiervoor onder ‘Werknemers met een 0-urencontract'; |
• | kerkmusici met een overeenkomst van opdracht. |
Voor kerkmusici die werken op basis van een overeenkomst van opdracht geldt als hoofdregel: geen werk, geen vergoeding, tenzij een urengarantie is afgesproken. Het belangrijkste verschil tussen een arbeidsovereenkomst en een overeenkomst van opdracht is dat bij de laatste variant het niet werken voor rekening van de kerkmusici komt. De parochie heeft geen betalingsplicht bij ziekte, vakantie of het niet kunnen werken vanwege, in dit geval, corona.
Voor deze tweede groep kerkmusici vraagt het bisdom de parochies een tegemoetkoming aan te bieden voor de duur van drie maanden. Als richtlijn geldt een tegemoetkoming voor de uren waarvoor de kerkmusicus onder normale omstandigheden ingeroosterd was, minus de uren dat de kerkmusicus alsnog werkt in verband met een uitvaart of streaming van een liturgieviering e.d. Een en ander blijft maatwerk en is afhankelijk van de persoonlijke situatie van de betreffende kerkmusicus.
Tegemoetkoming is alleen wenselijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
• | de overeenkomst van opdracht tussen de parochie en de kerkmusicus is schriftelijk vastgelegd én goedgekeurd door de Belastingdienst of overeenkomstig een door de Belastingdienst goedgekeurd model; |
• | de kerkmusicus is als zodanig ingeschreven bij de KvK; |
• | de afspraken tussen de parochie en de kerkmusicus over de tegemoetkoming worden in een addendum vastgelegd. Het addendum behoeft de goedkeuring van Bisdom Rotterdam. |
Parochies die een tegemoetkoming willen aanbieden dienen zich te melden bij mr. Marieke Wijnbeld, zodat zij het addendum kan opstellen:
m.wijnbeld@bisdomrotterdam.nl
Werknemers met een 0-urencontract
Werknemers met een arbeidsovereenkomst moeten op grond van het arbeidsrecht doorbetaald worden, ook als niet gewerkt wordt. Dit geldt zowel voor de arbeidsovereenkomsten voor bepaalde of onbepaalde tijd én in sommige gevallen ook voor werknemers die werken op basis van een 0-urencontract. Voor die laatste groep speelt een bijzonderheid. We hebben hier namelijk te maken met een rechtsvermoeden van arbeidsomvang. Voor werknemers met een 0-urencontract die langer dan drie maanden in dienst zijn, wordt gekeken naar de gemiddelde arbeidsduur in de voorafgaande periode van drie maanden. De parochie zal in dat geval het loon doorbetalen behorend bij die gemiddelde arbeidsomvang. "
Bron: Nieuwsbrief Economaat van het Bisdom Rotterdam april 2020, nr.26