BRUSSEL (KerkNet/JP) - Op maandag 15 en dinsdag 16 november 2010 heeft een 300-tal belangstellenden deelgenomen aan het 55ste Liturgisch Congres in Blankenberge. Het thema van dit jaar was: ‘Liturgie na Vaticanum II. Een balans’.
In een eerste bijdrage toonde prof. Mathieu Lamberigts aan dat het ontstaan en de groei van de Liturgische Beweging sinds het begin van de 20ste eeuw in verband moet worden gezien met de maatschappelijke ontwikkelingen in Europa. Duidelijk werd ook dat de grondideeën van de liturgische hervorming in deze jaren hun voedingsbodem hadden. Dominicaan Peter D’Haese, die gedurende 35 jaar als secretaris van de I.C.L.Z. de liturgische vernieuwing na Vaticanum II begeleidde, riep de krachtlijnen in herinnering van ‘Sacrosanctum Concilium’, de Constitutie over de heilige Liturgie (4 december 1963). Vervolgens ging prof. Gerard Rouwhorst in op de belangrijkste beslissingen uit deze Constitutie: de meer uitgebreide lezing van de Schrift, de bevordering van de actieve deelneming van alle gelovigen aan de liturgie en de transparantie van de vieringen. Vertrekkend vanuit een aantal evaluaties van de kant van het leergezag, theologen, pastorale verantwoordelijken en gelovigen, formuleerde Joris Polfliet, huidig secretaris van de I.C.L.Z., enkele aanzetten voor een bilan van de actuele situatie. Aansluitend bij deze algemene schets van de voorbereiding, uitwerking en receptie van de liturgische hervormingen, brachten Mieke Roelants en Myriam en Frank Teirlinck-Dejonghe een getuigenis over hun ervaringen met de liturgie, vóór en na het Concilie.
In een tweede beweging diepte het congres enkele bijzondere vraagstukken uit. Prof. Jan De Maeyer toonde de interactie aan tussen de moderniteit, de Liturgische Beweging en de vernieuwing van de religieuze kunst en architectuur tussen 1900 en 1950. Vanuit de analyse van de liturgie van Allerheiligen schetste prof. Joris Geldhof de wezenlijke kenmerken van de gemeenschap die de christelijke liturgie eigenlijk nodig heeft om haar wezen en doel te kunnen realiseren. Professor emeritus Paul De Clerck ten slotte stelde de vraag of de diepe intuïties van het missaal van Paulus VI al voldoende zijn doorgedrongen in de geloofsbeleving van de gelovigen: “Hebben we al geleerd om niet te bidden tijdens de eucharistie, maar om de eucharistie te bidden?”
Op dinsdagnamiddag konden de congresdeelnemers in vijf werkwinkels facetten van de liturgische praktijk verder uitdiepen: de liturgische pastoraal in verband met de kinderdoop en de ziekenzalving, mogelijkheden tot zelfevaluatie van het liturgische handelen, de bevordering van een authentieke eucharistische vroomheid en de zoektocht naar een geslaagde combinatie van Gregoriaanse en Nederlandstalige gezangen.
Het congres werd afgesloten met een indringende slotconferentie door Mgr. Jozef De Kesel. Volgens de bisschop van Brugge blijft de wens van de concilievaders – de wil tot ‘aggiornamento’ door herbronning - uiterst actueel. Hij stipte ook vijf concrete werkterreinen aan: een juiste interpretatie van de ‘actieve deelname’ en een dieper begrip van de ‘liturgische gemeenschap’, de identiteit van de christelijke liturgie, de betekenis en beleving van het eucharistisch gebed en de aandacht voor liturgische vorming en initiatie. Tijdens dit Liturgisch Congres klonk het besef duidelijk door: Vaticanum II ligt helemaal niet achter ons. Er is nog veel werk te doen om de rijkdom en de diepe intuïties ervan verder te ontdekken en te integreren in het leven van de Kerk.
De teksten van de inleidingen zullen gepubliceerd worden in het Tijdschrift voor Liturgie.
Bron: KerkNet; 17 november 2010
http://www.kerknet.be/actua/nieuws_detail.php?nieuwsID=95768
Vandaag of binnenkort ...
- 28 september 2023
Festival 100 jaar Willibrordusorgel - 5 slot
Kathedrale Basiliek St. Bavo Haarlem
- 30 september 2023
Nacht van Bach
H. Maria van Jessekerk Delft
- 7 oktober 2023
Studie- en ontmoetingsdag Sint Caecilia Aartsbisdom 2023
Onze Lieve Vrouwekerk Apeldoorn