Op grond van artikel 34 van de Monumentenwet 1988 kan de Minister van OCW subsidie verstrekken voor de instandhouding van beschermde monumenten. Onder instandhouding wordt verstaan de onderhoudswerkzaamheden aan een beschermd monument én werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van het monument noodzakelijk zijn.
Het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten (Brim) is sinds 1 februari 2006 gefaseerd in werking aan het treden. In 2010 verkeren we nog in een overgangssituatie. Het Besluit rijkssubsidiëring onderhoud monumenten (Brom) en het Besluit rijkssubsidiëring restauratie monumenten 1997 (Brrm 1997) zijn weliswaar ingetrokken, maar ze zijn op grond van de overgangsbepalingen van het Brim nog enkele jaren grotendeels van overeenkomstige toepassing. De verstrekte Brim-subsidie is momenteel 65% van het subsidiabele bedrag.

Het doel van de regeling is duurzame instandhouding van de rijksmonumenten. Dat is ook de reden waarom de bestaande regelingen voor onderhoud en restauratie zijn geïntegreerd. De instandhoudingsregeling biedt naast de mogelijkheid van subsidiëring van instandhoudingsplannen, ook de mogelijkheid voor subsidiëring van omvangrijke restauratiewerkzaamheden. Dit kan via artikel 43 van de regeling. Op dit artikel zijn in de afgelopen jaren enkele restauratieregelingen gebaseerd. Het betreft incidenteel beschikbaar gestelde middelen ten behoeve van het wegwerken van de restauratieachterstand bij rijksmonumenten. We denken daarbij bijvoorbeeld aan de besluiten RRWR 2007 en RRWR 2008 waarbij ook specifieke gelden zijn beschikbaar gesteld voor het wegwerken van restauratieachterstanden bij monumentale kerkorgels.

Het monumentale kerkorgel is geen aparte categorie in de regeling, maar valt normaal gesproken onder de bredere categorie “Kerkgebouwen” (kapel, kerk). Een orgel kan in een aantal gevallen ook een zogenoemd ‘vanwege-onderdeel’ zijn: een onderdeel van een monument waarbij het hele monument als beschermd monument is aangewezen vanwege de monumentale waarde van een orgel, klok, preekstoel. De ‘vanwege-onderdelen’ vallen onder de categorie “Overige beschermde monumenten”; deze categorie is al geheel ingestroomd in de nieuwe regeling. De instroom van de categorie Kerkgebouwen is gefaseerd. In 2009 kon de aanvraag worden ingediend voor de rijksmonumentnummers 45.950 tot 530.000; in 2010 kan de aanvraag worden ingediend voor de rijksmonumentnummers 1 tot 26.099 en in 2011 voor de rijksmonumentnummers 26.100 tot 45.949. In de categorie Overige beschermde monumenten gelden andere subsidieplafonds en percentages dan bij de kerkgebouwen. Het indienen van de aanvraag kan vanaf 1 april tot 1 september voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de eigenaar in aanmerking komt voor subsidie. De behandeling van de aanvragen is op volgorde van binnenkomst. Eigenaren van kerkelijke rijksmonumenten die al in aanmerking kwamen om een aanvraag in te dienen maar dat nog niet hebben gedaan, of die tegen een lege subsidiepot opliepen, kunnen in volgende jaren alsnog een Brim-aanvraag indienen (voor de dan volgende zes jaren).

Eigenaren van kerkelijke rijksmonumenten die nog niet zijn ingestroomd, kunnen nog gebruik maken van de enkeljarige Bromsubsidie.

Met het oog op de monumentale kerkorgels willen we hier nadrukkelijk wijzen op de variant waar nog sprake is van een meerjarenonderhoudsplan in het kader van het Brom. Normaal gesproken wordt het meerjarenplan gewoon afgerond, ook als de kerk inmiddels is ingestroomd in het Brim (we laten de optie even rusten om het meerjaren Brom eerder af te sluiten). Het is echter mogelijk om naast het meerjarenonderhoudsplan in het kader van het Brom een Brim-aanvraag in te dienen. Daarbij moet goed worden gekeken naar het jaar waarin het meerjarenonderhoudsplan afloopt en naar de inhoud hiervan, om tot een goed instandhoudingsplan te kunnen komen in het kader van het Brim. De aanvragen mogen nadrukkelijk geen betrekking hebben op dezelfde werkzaamheden. Stel dat het meerjarenonderhoudsplan in het kader van het Brom nog drie laatste jaren loopt naast de aanvraag in het kader van het Brim, dan zouden de eerste drie jaren van de aanvraag in het kader van het Brim betrekking kunnen hebben op alleen het monumentale kerkorgel, en de laatste drie jaren van de aanvraag in het kader van het Brim op zowel kerkgebouw als het monumentale kerkorgel.

Doordat de monumentale kerkorgels geen aparte categorie zijn en functioneren als onderdeel van het kerkgebouw of als ‘vanwege-onderdeel’ is het monumentale kerkorgel een geïntegreerd onderdeel geworden van de Brim-aanvraag. Omdat de Rijksdienst wel goede instandhoudingsplannen verlangt die door deskundigen zijn opgesteld, maar geen specifiek beleid heeft omtrent de verlangde deskundigheid, is er in de praktijk sprake van diversiteit.

Eigenaren van kerkelijke monumenten laten zich sinds jaar en dag bijstaan door deskundige specialisten. Er zijn abonnementen bij de Monumentenwacht, de gemeente is donateur van een Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in de eigen provincie en/of zijn er contacten met (restauratie) architecten. Orgelbouwers verzorgen het onderhoud van de kerkorgels en orgeladviseurs worden ingeschakeld bij grote (restauratie)projecten. Commissie orgelzaken levert een Orgelquickscan bij de voorbereiding van grotere orgelprojecten. Goed advies is belangrijk: er zijn voortdurend veranderingen in de procedures en in de Brimregels. Zo wordt er momenteel al weer gewerkt aan Brim2011.

In de praktijk zal één van de genoemde instanties de eigenaar begeleiden bij het indienen van Brim-aanvragen. Incidenteel komt het bijvoorbeeld voor dat een burgerlijke gemeente de aanvragen voorbereid voor de kerkelijke gemeenten, maar dat is een uitzondering. Het zwaartepunt bij de aanvragen ligt in de regel bij het kerkgebouw; hoe zit het dan met de inbreng van specifieke deskundigheid ten aanzien van het kerkorgel?
Navraag leert, dat als bijvoorbeeld een (restauratie) architect de aanvraag uitwerkt, er aan de eigenaar wordt gevraagd welke onderhoudscontracten er lopen voor subsidiabele onderdelen van het kerkgebouw. Aan de orgelbouwer die het orgel in onderhoud heeft, wordt vervolgens een offerte gevraagd voor de werkzaamheden in de komende jaren. De offerte wordt als bijlage bij de aanvraag gedaan. Dat geeft heel eenduidig zicht op werkzaamheden, planning en kosten.

Met het oog op het kerkorgel willen we daar een kanttekening bij maken. In de eerste alinea van dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen aanvragen voor twee soorten instandhouding:

1) onderhoudswerkzaamheden aan een beschermd monument;
2) werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en die voor het herstel van het monument noodzakelijk zijn.

In het geval dat 2) aan de orde is, wordt geadviseerd om specifieke orgeldeskundigheid in te schakelen. De Orgelquickscan van Commissie orgelzaken kan daarbij behulpzaam zijn om de gewenste richting te bepalen en de aan de Commissie orgelzaken gelieerde orgeladviseurs kunnen de benodigde werkzaamheden vervolgens bekwaam in beeld brengen en begeleiden bij onder meer offertetrajecten. De orgeladviseurs bieden bovendien een onafhankelijke ondersteuning van de eigenaar. Ze kunnen ook helpen bij het zoeken van subsidie-verstrekkers.

Dat Commissie orgelzaken en de orgeladviseurs worden ingeschakeld bij omvangrijke restauratieprojecten (via het genoemde artikel 43 van de regeling) wordt als vanzelfsprekend verondersteld. Bij monumentale kerkorgels (en daar spreken we hier over) is dat namelijk kerkordelijk verplicht.

BRIM-adviseurs hameren er herhaaldelijk op dat het van groot belang is om tijdig met de voorbereidingen voor het opstellen van een instandhoudingsplan te beginnen. Er moet bijvoorbeeld een recent inspectierapport zijn (niet ouder dan twee jaar). Als de voorbereidingen in concept gereed zijn, kunnen ze gemakkelijk tot een aanvraag worden verwerkt om tijdig in te dienen. Dit advies onderschrijven we: begin tijdig!

De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl) biedt veel informatie over het Brim (over de regeling, de leidraad, modellen etc. etc.).

De Commissie orgelzaken vindt u op het Centraal Bureau van de VKB. Alle (e-mail)adressen van de orgeladviseurs en commissieleden treft u aan in de brochure “Zorg voor het orgel” die als gerelateerd document onderaan de pagina in de rubriek "Orgels" van deze website te vinden is (mits u bent ingelogd).

Geschreven door VKB   Datum: 15-7-2010
http://www.kerkrentmeester.nl/site/index.php/artikelen/gebouwen/gebouwen_orgels/Orgelbank