Salaris

De honorering per uur is vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde dan wel enkelvoudige functie. In de genoemde uurbedragen is de voorbereidingstijd inbegrepen. De honoreringsbedragen op [dienst]uurbasis zijn per 1 januari 2023 met 8,6 % verhoogd [afgerond op € 0,05] en als volgt vastgesteld:

 2023    Dirigent óf organist     Dirigent én organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 24,45 28,20 31,70   38,00 43,85 49,85
2 25,05 29,15 32,80   38,80 44,90 51,00
3 25,65 30,10 34,05   39,85 45,95 52,35
4 26,40 31,10 35,35   40,55 46,95 53,65
5 26,95 32,10 36,55   41,20 47,90 54,95
6 27,55 32,95 38,00   41,85 48,90 56,15
7 28,20 33,85 39,15   42,45 49,95 57,45
8 28,85 34,85 40,35   43,00 51,00 58,65
9 29,40 35,70 41,65   43,65 51,95 59,90
10 of meer 30,00 36,55 42,90   44,30 52,85 61,00


Bovenstaande honorering wordt afgeleid van een basistarief per uur voor drie categorieën van vakbekwaamheid (zoals genoemd in de Bijlage III bij het Rechtspositiereglement kerkmusici (Interdiocesane Regeling voor de kerkmuziek in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie.
 
Niveau I: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van hetzij het diploma Kerkmuziek afgegeven door de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek, hoofdvak(ken) koor-directie en/of orgel, hetzij het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie en/of Uitvoerend Musicus Orgel van een Nederlands conservatorium of daarmee gelijk te stellen instelling, tezamen met het Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie c.q het Praktijkdiploma Kerkmuziek, orgel. 
 
Niveau II: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie en/of orgel. 
 
Niveau III: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een bevoegdheidsverklaring, afgegeven door de Commissie Bevoegdheidsverklaringen voor de Kerkmuziek (KDOV), bedoeld in de Interdiocesane regeling voor de kerkmuziek, na een door de kandidaat afgelegd examen, met aantekening voor dirigent en/of organist.

De salariëring van de kerkmusicus, die niet valt onder de hiervoor genoemde bevoegdheid categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur, luidt in 2023 als volgt:

  Dirigent óf organist Dirigent én organist
Groep A 22,90 34,32
Groep B 15,58 22,90


De indeling in groep A of groep B wordt overgelaten aan het overleg tussen bestuur en de kerkmusicus. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement niet van toepassing.  

Indien en voor zover een dirigent en/of organist werkzaamheden in rekening brengt vanuit een eigen onderneming, luiden voornoemde tarieven als richtlijn exclusief B.T.W.

Ten slotte, per 1 januari 2019 is het Rechtspositiereglement voor kerkmusici gewijzigd. Deze wijziging heeft gevolgen voor het vaststellen van het aantal arbeidsuren van de kerkmusici op wie deze rechtspositieregeling van toepassing is. Voor het berekenen van het aantal arbeidsuren wordt de duur van een zondagse eucharistieviering per 1 januari 2019 gesteld op één uur en een kwartier (75 min.). Tot 1 januari 2019 was dit één uur (60 min.).

EH

De honorering per uur is vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde dan wel enkelvoudige functie. In de genoemde uurbedragen is de voorbereidingstijd inbegrepen. De honoreringsbedragen op [dienst]uurbasis zijn per 1 januari 2022 met 2,1 % verhoogd [afgerond op € 0,05] en als volgt vastgesteld:

 2022    Dirigent óf organist     Dirigent én organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 22,50 26,00 29,20   34,95 40,40 45,90
2 23,05 26,85 30,20   35,75 41,35 46,95
3 23,65 27,70 31,35   36,70 42,30 48,20
4 24,30 28,65 32,55   37,30 43,25 49,40
5 24,80 29,55 33,65   37,95 44,10 50,60
6 25,35 30,30 34,95   38,55 45,05 51,70
7 26,00 31,20 36,05   39,10 46,00 52,90
8 26,55 32,10 37,15   39,60 46,95 54,00
9 27,05 32,90 38,35   40,20 47,85 55,10
10 of meer 27,60 33,65 39,50   40,80 48,65 56,15


Bovenstaande honorering wordt afgeleid van een basistarief per uur voor drie categorieën van vakbekwaamheid (zoals genoemd in de Bijlage III bij het Rechtspositiereglement kerkmusici (Interdiocesane Regeling voor de kerkmuziek in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie.
 
Niveau I: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van hetzij het diploma Kerkmuziek afgegeven door de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek, hoofdvak(ken) koor-directie en/of orgel, hetzij het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie en/of Uitvoerend Musicus Orgel van een Nederlands conservatorium of daarmee gelijk te stellen instelling, tezamen met het Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie c.q het Praktijkdiploma Kerkmuziek, orgel. 
 
Niveau II: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie en/of orgel. 
 
Niveau III: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een bevoegdheidsverklaring, afgegeven door de Commissie Bevoegdheidsverklaringen voor de Kerkmuziek (KDOV), bedoeld in de Interdiocesane regeling voor de kerkmuziek, na een door de kandidaat afgelegd examen, met aantekening voor dirigent en/of organist.

De salariëring van de kerkmusicus, die niet valt onder de hiervoor genoemde bevoegdheid categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur, luidt in 2022 als volgt:

  Dirigent óf organist Dirigent én organist
Groep A 21,10 31,60
Groep B 14,35 21,10


De indeling in groep A of groep B wordt overgelaten aan het overleg tussen bestuur en de kerkmusicus. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement niet van toepassing.  

Indien en voor zover een dirigent en/of organist werkzaamheden in rekening brengt vanuit een eigen onderneming, luiden voornoemde tarieven als richtlijn exclusief B.T.W.

Ten slotte, per 1 januari 2019 is het Rechtspositiereglement voor kerkmusici gewijzigd. Deze wijziging heeft gevolgen voor het vaststellen van het aantal arbeidsuren van de kerkmusici op wie deze rechtspositieregeling van toepassing is. Voor het berekenen van het aantal arbeidsuren wordt de duur van een zondagse eucharistieviering per 1 januari 2019 gesteld op één uur en een kwartier (75 min.). Tot 1 januari 2019 was dit één uur (60 min.).

BH

De honorering per uur is vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde dan wel enkelvoudige functie. In de genoemde uurbedragen is de voorbereidingstijd inbegrepen. De honoreringsbedragen op [dienst]uurbasis zijn per 1 januari 2021 met 1,7 % [2020: 2,1%] verhoogd [afgerond op € 0,05] en als volgt vastgesteld:

     Dirigent óf organist     Dirigent én organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 22,05 25,45 28,60   34,25 39,55 44,95
2 22,60 26,30 29,60   35,00 40,50 46,00
3 23,15 27,15 30,70   35,95 41,45 47,20
4 23,80 28,05 31,90   36,55 42,35 48,40
5 24,30 28,95 32,95   37,15 43,20 49,55
6 24,85 29,70 34,25   37,75 44,10 50,65
7 25,45 30,55 35,30   38,30 45,05 51,80
8 26,00 31,45 36,40   38,80 46,00 52,90
9 26,50 32,20 37,55   39,35 46,85 53,95
10 of meer 27,05 32,95 38,70   39,95 47,65 55,00

Bovenstaande honorering wordt afgeleid van een basistarief per uur voor drie categorieën van vakbekwaamheid (zoals genoemd in de Beleidsnota voor Kerkmusici). 
 
Niveau I: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van hetzij het diploma Kerkmuziek afgegeven door de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek, hoofdvak(ken) koor-directie en/of orgel, hetzij het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie en/of Uitvoerend Musicus Orgel van een Nederlands conservatorium of daarmee gelijk te stellen instelling, tezamen met het Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie c.q het Praktijkdiploma Kerkmuziek, orgel. 
 
Niveau II: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie en/of orgel. 
 
Niveau III: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een bevoegdheidsverklaring, afgegeven door de Commissie Bevoegdheidsverklaringen voor de Kerkmuziek (KDOV), bedoeld in de Interdiocesane regeling voor de kerkmuziek, na een door de kandidaat afgelegd examen, met aantekening voor dirigent en/of organist.
De salariëring van de kerkmusicus, die niet valt onder de hiervoor genoemde bevoegdheid categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur, luidt in 2021 als volgt:

  Dirigent óf organist Dirigent én organist
Groep A 20,65 30,95
Groep B 14,05 20,65

De indeling in groep A of groep B wordt overgelaten aan het overleg tussen bestuur en de kerkmusicus. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement niet van toepassing.  

Indien en voor zover een dirigent en/of organist werkzaamheden in rekening brengt vanuit een eigen onderneming, luiden voornoemde tarieven als richtlijn exclusief B.T.W.

Ten slotte, per 1 januari 2019 is het rechtspositiereglement voor kerkmusici gewijzigd. Deze wijziging heeft gevolgen voor het vaststellen van het aantal arbeidsuren van de kerkmusici op wie deze rechtspositieregeling van toepassing is. Voor het berekenen van het aantal arbeidsuren wordt de duur van een zondagse eucharistieviering per 1 januari 2019 gesteld op één uur en een kwartier (75 min.). Tot 1 januari 2019 was dit één uur (60 min.).

 

De honorering per uur is vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde dan wel enkelvoudige functie. In de genoemde uurbedragen is de voorbereidingstijd inbegrepen. De honoreringsbedragen op [dienst]uurbasis zijn per 1 januari 2020 met 2,1 % [2019: 1,8% verhoogd [afgerond op € 0,05] en als volgt vastgesteld:

     Dirigent of organist     Dirigent en organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 21,70 25,00 28,10   33,70 38,90 44,20
2 22,20 25,85 29,10   33,80 39,80 45,40
3 22,75 26,70 30,20   35,35 40,75 46,40
4 23,40 27,60 31,35   35,95 41,65 47,60
5 23,90 28,45 32,40   36,55 42,50 48,70
6 24,45 29,20 33,70   37,10 43,35 49,80
7 25,00 30,05 34,70   37,65 44,30 50,95
8 25,55 30,90 35,80   38,15 45,25 52,00
9 26,05 31,65 36,90   38,70 46,05 53,05
10 of meer 26,60 32,40 38,05   39,30 46,85 54,10

Bovenstaande honorering wordt afgeleid van een basistarief per uur voor drie categorieën van vakbekwaamheid (zoals genoemd in de Beleidsnota voor Kerkmusici). 
 
Niveau I: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van hetzij het diploma Kerkmuziek afgegeven door de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek, hoofdvak(ken) koor-directie en/of orgel, hetzij het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie en/of Uitvoerend Musicus Orgel van een Nederlands conservatorium of daarmee gelijk te stellen instelling, tezamen met het Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie c.q het Praktijkdiploma Kerkmuziek, orgel. 
 
Niveau II: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie en/of orgel. 
 
Niveau III: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een bevoegdheidsverklaring, afgegeven door de Commissie Bevoegdheidsverklaringen voor de Kerkmuziek (KDOV), bedoeld in de Interdiocesane regeling voor de kerkmuziek, na een door de kandidaat afgelegd examen, met aantekening voor dirigent en/of organist.
De salariëring van de kerkmusicus, die niet valt onder de hiervoor genoemde bevoegdheid categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur, luidt in 2020 als volgt:

  Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A 20,30 30,45
Groep B 13,80 20,30

De indeling in groep A of groep B wordt overgelaten aan het overleg tussen bestuur en de kerkmusicus. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement niet van toepassing.  

 

Per 1 januari 2019 is het rechtspositiereglement voor kerkmusici gewijzigd. Deze wijziging heeft gevolgen voor het vaststellen van het aantal arbeidsuren van de kerkmusici op wie deze rechtspositieregeling van toepassing is. Voor het berekenen van het aantal arbeidsuren wordt de duur van een zondagse eucharistieviering per 1 januari 2019 gesteld op één uur en een kwartier (75 min.). Tot 1 januari 2019 was dit één uur (60 min.). 
 
De honorering per uur wordt vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde dan wel enkelvoudige functie. In de genoemde uurbedragen is de voorbereidingstijd inbegrepen. De honoreringsbedragen op [dienst]uurbasis zijn per 1 januari 2019 met 1,8 % [2018: 1,5% verhoogd (afgerond op € 0,05) en als volgt vastgesteld:

     Dirigent of organist     Dirigent en organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 21,25 24,50 27,50   33,00 38,10 43,30
2 21,75 25,30 28,50   33,10 39,00 44,45
3 22,30 26,15 29,60   34,60 39,90 45,45
4 22,90 27,05 30,70   35,20 40,80 46,60
5 23,40 27,85 31,75   35,80 41,65 47,70
6 23,95 28,60 33,00   36,35 42,45 48,80
7 24,50 29,45 34,00   36,85 43,40 49,90
8 25,00 30,25 35,05   37,35 44,30 50,95
9 25,50 31,00 36,15   37,90 45,10 51,95
10 of meer 26,05 31,75 37,25   38,50 45,90 53,00

Bovenstaande honorering wordt afgeleid van een basistarief per uur voor drie categorieën van vakbekwaamheid (zoals genoemd in de Beleidsnota voor Kerkmusici). 
 
Niveau I: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van hetzij het diploma Kerkmuziek afgegeven door de Stichting Nederlands Instituut voor Kerkmuziek, hoofdvak(ken) koor-directie en/of orgel, hetzij het diploma Uitvoerend Musicus Koordirectie en/of Uitvoerend Musicus Orgel van een Nederlands conservatorium of daarmee gelijk te stellen instelling, tezamen met het Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie c.q het Praktijkdiploma Kerkmuziek, orgel. 
 
Niveau II: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een Praktijkdiploma Kerkmuziek, koordirectie en/of orgel. 
 
Niveau III: voor deze functie dient de dirigent en/of organist in het bezit te zijn van een bevoegdheidsverklaring, afgegeven door de Commissie Bevoegdheidsverklaringen voor de Kerkmuziek (KDOV), bedoeld in de Interdiocesane regeling voor de kerkmuziek, na een door de kandidaat afgelegd examen, met aantekening voor dirigent en/of organist. 

De salariëring van de kerkmusicus, die niet valt onder de hiervoor genoemde bevoegdheid categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met het bestuur, luidt in 2019 als volgt:

  Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A 19,90 29,80
Groep B 13,50 19,90

De indeling in groep A of groep B wordt overgelaten aan het overleg tussen bestuur en de kerkmusicus. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement niet van toepassing. 
 
Pensioenregeling
Ter zake van kerkmusici in loondienst en voor zover vallend onder het Rechtspositiereglement kerk-musici [dirigenten & organisten] in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie Nederland, dient te worden opgemerkt dat in verband met de wijzigingen in de pensioenwet per 1 januari 2014 een nieuwe regeling is getroffen voor de pensioenen van kerkmusici. Voor kerkmusici die een dienstverband hebben met parochies (dus niet voor freelancers) geldt dat zij verplicht moeten worden opgenomen in de speciale pensioenregeling voor kerkmusici, welke is ondergebracht bij Centraal Beheer/Achmea. De reden voor deze verplichting is dat het hier gaat om een collectieve verzekering vanuit de RK Kerkprovincie, die voor deze regeling wordt beschouwd als één werkgever. In de andere pensioenregelingen die vaak voorkomen bij parochies (de regelingen van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en het Pensioenfonds Nederlandse Bisdommen) zijn kerkmusici ook nadrukkelijk uitgezonderd als verzekerden en horen daar dus ook niet te worden ondergebracht. De administratie van de pensioenregeling voor kerkmusici (alsmede de facturering van de premie) is ondergebracht bij de heer E. Moons van het administratiekantoor EdCoMo B.V. (bereikbaar via telefoonnummer 035-6461215 of per mail e.moons@edcomo.nl).

 

De honoreringsbedragen op uurbasis (bruto) in EUR zijn per 1 januari 2017 met 0,9% verhoogd. Tevens is er een trede 10 voor het aantal dienstjaren toegevoegd. De bedragen zijn als volgt vastgesteld:

     Dirigent of organist     Dirigent en organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 20,55 23,70 26,60   31,90 36,90 41,90
2 21,05 24,50 27,60   32,00 37,75 43,00
3 21,60 25,30 28,65   33,50 38,60 44,00
4 22,15 26,15 29,70   34,10 39,50 45,10
5 22,65 26,95 30,75   34,65 40,30 46,15
6 23,20 27,70 31,90   35,15 41,10 47,25
7 23,70 28,50 32,90   35,65 42,00 48,30
8 24,20 29,25 33,95   36,15 42,85 49,30
9 24,70 30,00 35,00   36,70 43,65 50,30
10 of meer 25,20 30,75 36,05   37,25 44,45 51,30

 In overleg tussen de door de bisschoppen gemandateerde economen met de KDOV en de voormalige KNTV is per 1 januari 2012 voor de kerkmusici met de bevoegdheid I, II en III een honorering afgesproken met een uitloop naar uiteindelijk 10 dienstjaren, op basis van anciënniteit. Voor in 2017 in dienst tredende kerkmusici betekent dit dat zij in trede 1 (Dienstjaar 1) beginnen. Voor kerkmusici die reeds per 1 januari 2012 in dienst waren is nu trede 10 (Dienstjaar 10 of meer) van toepassing.


Groep A en B kennen alleen de reguliere verhoging (geen dienstjaren).

  Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A 19,25 28,80
Groep B 13,05 19,25

 

 

De honoreringsbedragen op uurbasis (bruto) in EUR zijn per 1 januari 2016 met 1 % verhoogd. Tevens is er een trede 9 voor het aantal dienstjaren toegevoegd. De bedragen zijn als volgt vastgesteld:

     Dirigent of organist     Dirigent en organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 20,35 23,50 26,35   31,60 36,60 41,55
2 20,85 24,30 27,35   31,70 37,40 42,60
3 21,40 25,05 28,40   32,20 38,25 43,60
4 21,95 25,90 29,45   33,80 39,15 44,70
5 22,45 26,70 30,50   34,35 39,95 45,75
6 23,00 27,45 31,60   34,85 40,75 46,85
7 23,50 28,25 32,60   35,35 41,65 47,85
8 24,00 29,00 33,65   35,85 42,45 48,85
9 of meer 24,50 29,75 34,70   36,35 43,25 49,85

 

In overleg tussen de door de bisschoppen gemandateerde economen met de KDOV en de KNTV is per 1 januari 2012 voor de kerkmusici met de bevoegdheid I, II en III een honorering afgesproken met een uitloop naar 10 dienstjaren, op basis van anciënniteit. Voor in 2015 in dienst tredende kerkmusici betekent dit dat zij in trede 1 (Dienstjaar 1) beginnen. Voor kerkmusici die reeds per 1 januari 2012 in dienst waren is nu trede 9 (Dienstjaar 9 of meer) van toepassing. In de komende twee jaren wordt nog jaarlijks een nieuwe trede toegevoegd. 

Groep A en B kennen alleen de reguliere verhoging (geen dienstjaren).

  Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A 19,10 28,55
Groep B 12,95 19,10

De honoreringsbedragen op uurbasis (bruto) in EUR zijn per 1 januari 2015 met 0,9 % verhoogd. Tevens is er een trede 8 voor het aantal dienstjaren toegevoegd. De bedragen zijn als volgt vastgesteld:

     Dirigent of organist     Dirigent en organist
   Bev. III  Bev. II  Bev. I    Bev. III  Bev. II Bev. I
Dienstjaren              
1 20,15 23,25 26,10   31,30 36,20 41,10
2 20,65 24,05 27,10   31,40 37,50 42,20
3 21,20 24,80 28,10   32,90 37,90 43,20
4 21,75 25,65 29,15   33,45 38,75 44,25
5 22,25 26,45 30,20   34,00 39,55 45,30
6 22,75 27,20 31,30   34,50 40,35 46,35
7 23,25 27,95 32,30   35,00 41,20 47,35
8 of meer 23,75 28,70 33,30   35,50 42,05 48,35

 

In overleg tussen de door de bisschoppen gemandateerde economen met de KDOV en de KNTV is per 1 januari 2012 voor de kerkmusici met de bevoegdheid I, II en III een honorering afgesproken met een uitloop naar 10 dienstjaren, op basis van anciënniteit. Voor in 2015 in dienst tredende kerkmusici betekent dit dat zij in trede 1 (Dienstjaar 1) beginnen. Voor kerkmusici die reeds per 1 januari 2012 in dienst waren is nu trede 8 (Dienstjaar 8 of meer) van toepassing. In de komende twee jaren wordt nog jaarlijks een nieuwe trede toegevoegd. 

Groep A en B kennen alleen de reguliere verhoging (geen dienstjaren).

  Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A 18,90 28,25
Groep B 12,80 18,90

De honoreringsbedragen op uurbasis (bruto) in EUR zijn per 1 januari 2013 met 2,1 % verhoogd. Tevens is er een trede 6 voor het aantal dienstjaren toegevoegd. Deze trede leidt tot een extra salarisverhoging voor kerkmusici met 6 of meer dienstjaren. De bedragen zijn als volgt vastgesteld:

Dirigent of organist Dirigent en organist
Dienstjaren Bev. III Bev. II Bev. I Bev. III Bev. II Bev. I
1 19,70 22,75 25,45 30,60 35,45 40,25
2 20,20 23,55 26,50 30,70 36,25 41,25
3 20,75 24,30 27,50 32,20 37,05 42,25
4 21,25 25,05 28,55 32,70 37,90 43,30
5 21,75 25,85 29,55 33,25 38,70 44,30
6 of meer 22,25 26,60 30,60 33,75 39,50 45,35

In overleg tussen de door de bisschoppen gemandateerde economen met de KDOV en de KNTV is per 1 januari 2012 voor de kerkmusici met de bevoegdheid I, II en III een honorering afgesproken met een uitloop naar 10 dienstjaren, op basis van anciënniteit. Voor in 2013 in dienst tredende kerkmusici betekent dit dat zij in trede 1 (Dienstjaar 1) beginnen. Voor reeds in dienst zijnde kerkmusici is trede 6 (Dienstjaar 6 of meer) van toepassing. In de komende vier jaren wordt nog jaarlijks een nieuwe trede toegevoegd. Dit betekent dat er vanaf 2013 voor alle kerkmusici naast de geïndexeerde verhoging een extra salarisverhoging op basis van anciënniteit van toepassing zal zijn. Groep A en B kennen alleen de reguliere verhoging.

Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A              18,50                                        27,65 
Groep B              12,55                                        18,50


In 2013 wordt nadere invulling gegeven aan de rechtspositieregeling van de dirigenten en organisten. Zodra de rechtspositieregeling is aangepast, wordt u hieromtrent geïnformeerd.

De honoreringsbedragen op uurbasis (bruto) in EUR zijn per 1 januari 2012 met 1,9 % verhoogd en als volgt vastgesteld:

Dirigent of organist Dirigent en organist
Dienstjaren Bev. III Bev. II Bev. I Bev. III Bev. II Bev. I
1 19,30 22,30 24,95 29,95 34,70 39,40
2 19,80 23,05 25,95 30,05 35,50 40,40
3 20,30 23,80 26,95 31,55 36,30 41,40
4 20,80 24,55 27,95 32,05 37,10 42,40
5 en meer 21,30 25,30 28,95 32,55 37,90 43,40

In overleg tussen de door de bisschoppen gemandateerde economen met de KDOV en de KNTV is per 1 januari 2012 voor de kerkmusici met de bevoegdheid I, II en III een honorering afgesproken met een uitloop naar 10 dienstjaren, op basis van anciënniteit. Voor in 2012 in dienst tredende kerkmusici betekent dit dat zij in trede 1 (Dienstjaar 1) beginnen. Voor reeds in dienst zijnde kerkmusici is trede 5 (Dienstjaar 5 en meer) van toepassing. In de komende vijf jaren wordt jaarlijks een nieuwe trede toegevoegd. Dit betekent dat er vanaf 2013 voor alle kerkmusici naast de geïndexeerde verhoging een extra salarisverhoging op basis van anciënniteit van toepassing zal zijn. Groep A en B kennen alleen de reguliere verhoging.

Dirigent of organist Dirigent en organist
Groep A              18,10                                        27,10 
Groep B              12,30                                        18,10


In 2012 wordt nadere invulling gegeven aan de rechtspositieregeling van de dirigenten en organisten. Zodra de rechtspositieregeling is aangepast, wordt u hieromtrent geïnformeerd.