Rechtspositiereglement Kerkmusici

REGLEMENT van het Bisschoppelijk SCHEIDSGERECHT voor rechtspositionele aangelegenheden 

Het Reglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden is het geheel van regels over de samenstelling en werkwijze van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht, dat belast is met de behandeling van geschillen en/of interpretatievragen van rechtspositionele aard, indien en voorzover rechtspositieregelingen of andere regelingen de behandeling van geschillen aan voornoemd Scheidsgerecht opdragen.

INTERDIOCESANE REGELING VOOR DE KERKMUZIEK in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie

 

De Bisschoppen van de R.-K. Kerkprovincie in Nederland, na overleg met de Nederlandse Sint Gregorius Vereniging (NSGV), de Katholieke Dirigenten- en Organistenvereniging (KDOV) en de Koninklijke Nederlandse Toonkunstenaarsvereniging (KNTV),

overwegende:

-           dat ter wille van een goede en verantwoorde verzorging van de kerkmuziek in de liturgie gewenst is te komen tot een regeling daarvan; 

-           dat een dergelijke regeling dient te omvatten voorschriften inzake de benoembaarheid van kerkmusici en hun taakomschrijving; 

-           dat de regeling tenslotte voorschriften dient te geven inzake de rechtspositie en de salariëring en andere arbeidsvoorwaarden, respectievelijk naar een kerkelijke regeling dient te verwijzen; 

hebben de volgende INTERDIOCESANE REGELING VOOR DE KERKMUZIEK vastgesteld: 

De hieronder vermelde bedragen gelden voor het jaar 2000. Jaarlijks worden deze bedragen bijgesteld volgens de gemengde index (artikel 13 Rechtspositiereglement) en gepubliceerd in de Diocesane Richtlijnen van de afzonderlijke bisdommen.

Voorbericht
bij de herziening van het Rechtspositiereglement voor kerkmusici
 

Het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici maakte tot nu toe onderdeel uit van de Beleidsnota Kerkmusicus van 1988. Zowel het Rechtspositiereglement als de beleidsnota waren aan herziening toe. Besloten werd het Rechtspositiereglement afzonderlijk uit te geven. De herziening heeft tot doel meer inzichtelijkheid en betere hanteerbaarheid voor de gebruiker. De tekst is nu afgeleid van die van het rechtspositiereglement  voor pastoraal werkers. Daardoor veranderde de redactie van de tekst op veel plaatsen. Naar de inhoud bleef het meeste ongewijzigd.

De voornaamste wijzigingen betreffen:

-           het vervallen van het minimum aantal uren dienstverband dat nodig is om het Rechtspositiereglement van toepassing te doen zijn op de kerkmusicus (artikel 2).  Alle kerkmusici in de zin van artikel 1 sub c kunnen derhalve aanspraak maken op de toepassing van het Rechtspositiereglement;

-           het opnemen van de pensioenregeling die door de R.-K. Kerkprovincie is getroffen bij het Centraal Beheer te Apeldoorn (artikel 8);

-           nieuw is de model-instructie voor de kerkmusicus, die opgenomen is onder de Model-arbeidsovereenkomst (Bijlage I);

-           nieuw is ook dat het Reglement van het Bisschoppelijk Scheidsgerecht voor rechtspositionele aangelegenheden is opgenomen (Bijlage IV).

Het nieuwe Rechtspositiereglement is niet van toepassing in het bisdom Roermond. 

Utrecht, oktober 2000

Rechtspositiereglement kerkmusici (dirigenten & organisten) in bisdommen van de R.-K. kerkprovincie Nederland 

Regelingen R.-K. Kerkgenootschap Nederland, nr. 4 Utrecht 2000

R.-K. Kerkgenootschap

ISBN: 90-72567-32-9

Prijs: Euro 3,- (excl. verzendkosten)

Bestellingen: SRKK, Postbus 13049, 3507 LA Utrecht, tel.: 030 2326909, e-mail bestel@rkk.nl

 __________________________________________________________________________ 

Inhoud

Voorbericht 

I           Algemene bepalingen

II          De arbeidsovereenkomst

III          Salariëring

IV         Werktijd

V          Vakantie

VI         Verlof

VII        Ziekte/arbeidsongeschiktheid

VIII       Bijzondere uitkeringen

IX         Wachtgeldregeling

X          Geschillen

XI         Slotbepaling

XII        Overgangsbepaling 

Bijlagen 

I           MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor een kerkmusicus in dienst van een   kerkelijke instelling en model-instructie

II          DIOCESANE REGELING SALARIËRING kerkmusicus

III          INTERDIOCESANE REGELING VOOR DE KERKMUZIEK in bisdommen van de R.-K. Kerkprovincie

IV         REGLEMENT van het Bisschoppelijk SCHEIDSGERECHT voor rechtspositionele aangelegenheden

A         Diensten 

Een dienst wordt geacht een reëel uur te duren en wordt daarmee gelijkgesteld. 

1          Zondagse vieringen:    . . . . . . . .   x 52 = jaarlijks         . . . . . . . .  diensten 

2          Feest en gedenkdagen

            Kerstmis                     . . . . . . . .    transport                  . . . . . . . .
            Oud- en Nieuwjaar     . . . . . . . .    Hemelvaart               . . . . . . . . 
 
           Aswoensdag              . . . . . . . .    2e Pinksterdag         . . . . . . . . 
 
           Witte Donderdag        . . . . . . . .    Allerheiligen              . . . . . . . . 
 
           Goede Vrijdag             . . . . . . . .    Allerzielen                 . . . . . . . .
 
           Paaswake                  . . . . . . . .    Parochiepatroon       . . . . . . . .
            2e Paasdag               . . . . . . . .     Andere feesten         . . . . . . . .
            transporteren             . . . . . . . .    Totaal                       . . . . . . . .  diensten 

3          Verder geregelde diensten

             vaste dagen in de week       . . . .  x 52 = jaarlijks          . . . . . . . . 
             vaste dagen in de maand    . . . .  x 12 = jaarlijks          . . . . . . . .
             in de Advent                                                                   . . . . . . . . 
             in de Veertigdagentijd                                                     . . . . . . . . 
             in de Pinksternovene                                                      . . . . . . . .
             b
oetevieringen                                                                . . . . . . . . 
 
            overige (specificeren)                                                    . . . . . . . .

            Totaal per jaar                                                               . . . . . . . .   diensten 

4          Rouw- en trouwdiensten, voorzover niet afzonderlijk
            gehonoreerd:            
           
gemiddeld per jaar                                                           . . . . . . . .  diensten
           Totaal per jaar                                                                 . . . . . . . .  diensten 

B         Repetities

            (In te vullen zijn de reële uren) 

            1          Wekelijks (specificeren)
 
            . . . . . . . .                               . . . .  uur
 
            . . . . . . . .                               . . . .  uur 
            
. . . . . . . .                               . . . .  uur
 
            . . . . . . . .                               . . . .  x 52 = jaarlijks          . . . . . . . .  uur 

             2          Extra repetities per jaar (specificeren)

            . . . . . . . .                               . . . .  uur
            . . . . . . . .                               . . . .  uur = jaarlijks             . . . . . . . .  uur
           Totaal per jaar                                                                 . . . . . . . .  uur 

C         Geregelde werkbijeenkomsten
            (In te vullen zijn de reële uren) 

-           met liturgiegroepen, gemiddeld           . . . .  uur x 12 =   . . . . . . . .  uur
-           met pastor/pastoraal team,
            gemiddeld per maand                          . . . .  uur x 12 =   . . . . . . . .  uur
            Totaal per jaar                                                                . . . . . . . .  uur 

TOTAAL AANTAL ARBEIDSUREN PER JAAR

A. DIENSTEN                                                                               . . . . . . . .  uur
B. REPETITIE-uren                                                                      . . . . . . . .  uur
C. WERKBIJEENKOMSTEN                                                       . . . . . . . . .                                                                                                    . . . . . . . .  uur 

Privé voorbereiding of studie geldt niet als een dienst.

2          Van de werknemer, die niet uit hoofde van een andere functie ziekenfondsplichtig is of niet uit hoofde van een andere functie een vergoeding van de betrokken werkgever ontvangt van maximaal 50% van de premie voor de particuliere ziektekostenverzekering, wordt het uurbedrag verhoogd met ƒ 1,50 (prijspeil 2000) (artikel 23 Rechtspositiereglement).

De bedragen per uur worden vastgesteld naar bevoegdheid en naar uitoefening van de gecombineerde functie dan wel de enkelvoudige functie, conform de Interdiocesane Regeling voor de Kerkmuziek. In de uurbedragen is de voorbereidingstijd meeberekend. Zij worden jaarlijks aangepast volgens de zgn. gemengde index. De uurbedragen (exclusief vakantiebijslag) zijn in 2000: 

Bevoegdheid                          dirigent en                     dirigent of
                                               organist                         organist 

Kerkmusicus   I                      ƒ 72,80                          ƒ 48,55
Kerkmusicus  II                      ƒ 63,70                          ƒ 42,20
Kerkmusicus III                      ƒ 54,65                          ƒ 35,70 

N.B. De salariëring van degene, die niet valt onder de hierboven onder I t/m III bedoelde categorieën, maar die een arbeidsovereenkomst heeft gesloten met de werkgever, luidt (exclusief vakantiebijslag) in 2000 als volgt: 

Groep                                     dirigent en                     dirigent of
                                               organist                         organist

A                                            ƒ 45,45                          ƒ 30,35
B                                             ƒ 30,35                          ƒ 20,60 

De indeling in groep A of B wordt overgelaten aan het overleg tussen de werkgever en de functionaris. Voor deze categorie van personen is het Rechtspositiereglement voor kerkmusici niet van toepassing. 

N.B. Indien geen arbeidsovereenkomst is aangegaan met een persoon zoals onder 1 aangeduid, omdat deze over een zelfstandigheidsverklaring beschikt, gelden de daar genoemde bedragen als bruto vergoedingen. In dat geval heeft de werkgever geen inhoudingplicht, maar is eventueel wel BTW verschuldigd.

          Model-instructie

             behorende bij de arbeidsovereenkomst d.d.

             ________________________________________________

             tussen           

             de kerkmusicus           

             ________________________________________________

             en de parochie

             ________________________________________________ 

I           Omschrijving van de werkzaamheden 

a          Aan de kerkmusicus wordt de verantwoordelijkheid opgedragen voor de kerkmuziek/liturgische muziek volgens de bij deze instructie behorende Interdiocesane Regeling voor de Kerkmuziek (Bijlage III) en het schema “Vaststellling aantal arbeidsuren” volgens de Diocesane Regeling salariëring kerkmusicus (Bijlage II), waarin tevens de te verrichten diensten zijn aangegeven. 

b          De kerkmusicus verricht zijn werkzaamheden met inachtneming van de naar redelijkheid aan de uitoefening van zijn taak te stellen eisen en voorwaarden. 

c          Met betrekking tot het liturgisch repertoire wordt door de kerkmusicus overleg gepleegd met en advies uitgebracht aan de verantwoordelijke pastoor of degene(n) die daarvoor door de pastoor is (zijn) aangewezen. 

II          Taken en verantwoordelijkheden in het algemeen 

A         Algemeen 

1          De kerkmusicus neemt deel aan het overleg met betrekking tot het vaststellen van het liturgisch beleid in de parochie. 

2          Onder de eindverantwoordelijkheid van de aangestelde kerkmusicus vallen naast de onder IIB vermelde koren ook de andere vocale en instrumentale ensembles en personen die een eigen rol vervullen in de liturgie (voorganger, cantor, enz.). 

3          De kerkmusicus geeft leiding aan de volkszang. 

4          De kerkmusicus is verantwoordelijk voor de aanschaf van de benodigde materialen voor de realisatie van de gekozen liturgische muziek binnen het daartoe door de werkgever jaarlijks vastgestelde bedrag. 

5          In voorkomende gevallen zal de kerkmusicus voorlichting geven en adviezen uitbrengen betreffende de liturgische muziek zo nodig in samenwerking met de verantwoordelijke pastoor of degene(n) die daarvoor door de pastoor is (zijn) aangewezen. 

B         De dirigent 

Het leiden van de volgende koren die in de parochie functioneren:

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________

_____________________________________________________________________       

C         De organist 

1          Het bespelen van het orgel en/of andere toetsinstrumenten waarvoor hij is aangesteld conform het hierboven vermelde schema.

2          De zorg voor, het toezicht op en het in goede staat houden van het muzikaal instrumentarium dat ter beschikking staat voor de vieringen, daaronder begrepen het stemmen van de tongwerken van het (de) orgel(s), maximaal vier keer per jaar.  Voor de noodzakelijke aanschaf/reparatie zal de kerkmusicus zich verstaan met de daartoe door de werkgever aangewezen persoon.           

De werkgever zal niet tot aanschaf, wijziging of reparatie van het muzikaal instrumentarium overgaan dan na overleg met de kerkmusicus. 

III         Voorbereiding 

Regelmatig zullen de pastoor of diens gemandateerde met de kerkmusicus overleggen over de concrete gestalte van de viering. Tevens zullen zij tijdig overleggen over het rooster voor de langere termijn. 

IV         Viering 

De kerkmusicus vervult zijn taak tijdens de viering met inachtneming van de primaire verantwoordelijkheid van de voorganger in de liturgische viering en houdt zich aan de aard en de eisen van de liturgie. 

V          Nadere bepalingen 

1          Voor de realisatie van de genoemde taken en werkzaamheden draagt de werkgever zorg voor de benodigde faciliteiten (repetitieruimte, instrumentarium, enz.). 

2          De kerkmusicus-organist is bevoegd het orgel, behalve voor studiedoeleinden, te gebruiken voor het geven van lessen aan leerlingen, zo nodig volgens een rooster, samengesteld in overleg met de werkgever. 

3          De kerkmusicus-organist is niet bevoegd het orgel door anderen te laten bespelen dan met toestemming van de werkgever, die van zijn kant het orgel niet ter beschikking van anderen stelt dan na overleg met de kerkmusicus-organist. 

4          Indien het geven van concerten niet tot in de arbeidsovereenkomst beschreven werkzaamheden van de kerkmusicus behoort, is daarvoor toestemming van de werkgever vereist. Indien het gaat om orgelconcerten en/of uitvoering door een aan de parochie verbonden koor zal de toestemming in beginsel worden verleend, de tijd waarbinnen wordt geconcerteerd in aanmerking genomen.
De voor die gevallen eventueel voor het gebruik van het kerkgebouw in rekening te brengen vergoeding zal op billijke wijze worden vastgesteld.        
De beginselen in het document “Concerten in kerkgebouwen” van de Congregatie voor de Eredienst d.d. 5 november 1987 (gepubliceerd in:  Kerkelijke Documentatie, jrg. 16 (1988), nr. 2, S54 - S60) zullen hierbij in acht genomen worden. 

5          Indien het geven van concerten tot de in de arbeidsovereenkomst en in de instructie omschreven werkzaamheden van de kerkmusicus behoort, zal voor het gebruik van het kerkgebouw geen vergoeding in rekening worden gebracht. Ten aanzien van het tijdsbeslag is het gestelde onder 4 van toepassing. 

6          Bij het in gebruik afstaan van het kerkgebouw aan derden met gebruik van orgel of instrumenten zal de werkgever bevorderen dat van de diensten van de kerkmusicus gebruik wordt gemaakt. Voorzover dat niet mogelijk is, zal geen toestemming tot gebruik van orgel of instrumenten worden gegeven dan na overleg met de kerkmusicus.

MODEL-ARBEIDSOVEREENKOMST voor een kerkmusicus in dienst van een kerkelijke instelling 

1          ________________________________________________

2          ________________________________________________,___           

            resp. voorzitter/gevolmachtigd voorzitter en secretaris van het            

            R.-K. Kerk/Parochiebestuur van de parochie/te

            __________________________________________________________(adres),

            ingevolge art. 51 van het Algemeen Reglement voor het bestuur van

            een parochie van de R.-K. Kerk in Nederland deze parochie rechts-

            geldig vertegenwoordigend, handelend ter uitvoering van het besluit

            van het Kerk/Parochiebestuur, genomen in de vergadering van

             ________________________________________________ 

            aan welk besluit door de Bisschop van

             ________________________________________________

            de ingevolge art. 54 van voornoemd Algemeen Reglement vereiste

            machtiging is verleend op datum/nr. 

            ________________________________________________

            nader te noemen: de werkgever 

            en 

3          Naam

             ________________________________________________

            Voornamen

             ________________________________________________

            Geboortedatum /geboorteplaats

            ________________________________________________

            Thans wonende

            ________________________________________________

            nader te noemen: de werknemer

            VERKLAREN

            dat de werknemer in het bezit is van een bevoegdheidsverklaring als

            bedoeld in de Interdiocesane Regeling voor de Kerkmuziek (bijlage III

            van het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici) voor niveau _____

            als dirigent-organist/dirigent/organist1 respectievelijk in het bezit is

            van de voor het niveau I/II vereiste diploma’s/de voor niveau III vereiste Bevoegdheidsverklaring;1

            dat zij een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan onder de volgende bepalingen: 

1          Datum van ingang en functie

            De werknemer treedt in dienst van werkgever/is in dienst getreden

            van werkgever per datum

            ________________________________________________

            in de functie van dirigent-organist/dirigent/organist1 eventueel: van

            de             ________________________________________________   (naam van de kerk)

            voor             ________________________________________________   (uren per maand) 

2          Duur van de overeenkomst

            Onder inachtneming van artikel 6 van het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici wordt deze overeenkomst aangegaan

            a          voor onbepaalde tijd;

            b          voor de tijd van1            ________________________________________________

            De eerste twee maanden gelden als proeftijd in de zin van 7:652/676 BW. (facultatief) 

3          Toepasselijke bepalingen

            Het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici in bisdommen van de

            R.-K. Kerkprovincie in Nederland, alsmede de daarbij behorende bij-

            lagen of regelingen maken deel uit van deze overeenkomst.

            Partijen verklaren met de inhoud van voornoemd rechtspositieregle-

            ment en de daarbij horende bijlagen of regelingen bekend te zijn en

            daarmee akkoord te gaan.           

                       2) eén maand bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst van minder dan 2 jaar 

4          Salaris

            De werknemer geniet een salaris overeenkomstig artikel 13 van het rechtspositiereglement.

            Het salaris bedraagt bij indiensttreding/thans   f. ________________________(per maand) 

5          Opzegtermijn

            De opzegtermijn bedraagt voor de werkgever ________ maanden en

            voor de werknemer ________ maanden.[3] 

6          Bijzondere bepalingen

            Op deze overeenkomst zijn de navolgende bijzondere bepalingen van

            toepassing en de werknemer verbindt zich de aanvullende werk-

            zaamheden te verrichten als omschreven in bijgevoegde instructie

            Bijzondere bepalingen (indien van toepassing):

            a          De werknemer werkt wekelijks __________ uur en wel

                        op ___________ van ___________ tot ___________ ; 

                        op ___________ van ___________ tot ___________ etc

             b          ________________________________________________ 

7          Vervanging           

            De vervanging van de werknemer tijdens de vakantie of buitenge-

            woon verlof en ziekte wordt geregeld door de werkgever in overleg

            met de werknemer.           

            Het honorarium voor de vervanging wordt door de werkgever

            rechtstreeks aan de vervanger betaald. 

8          Pensioenregeling

            De werknemer wordt aangemeld als deelnemer van de

            Pensioenregeling welke het R.-K. Kerkgenootschap heeft afgesloten

            met Centraal Beheer te Apeldoorn.

            of (Uitsluitend voor werknemers met minder dan 11 arbeidsuren

            per maand die niet tot de pensioenregeling van Centraal Beheer

            wensen toe te treden):           

            De werknemer verklaart geen gebruik te maken van de mogelijkheid

            om zich vrijwillig als deelnemer aan te melden bij de

            Pensioenregeling welke de R.-K. Kerkprovincie heeft afgesloten met

            Centraal Beheer te Apeldoorn.

            (in dit geval wordt de arbeidsovereenkomst mede ondertekend door

            de echtgeno(o)t(e) van de werknemer) 

9          Verklaring           

             De werknemer verklaart bij het ondertekenen van deze overeen-

             komst van de werkgever te hebben ontvangen:

             a          een door beide partijen getekend exemplaar van deze overeenkomst;

             b          een exemplaar van het Rechtspositiereglement voor Kerkmusici

                         in bisdommen van de R.-K.Kerkprovincie alsmede de daarbij

                         behorende bijlagen of regelingen;

             c          (indien van toepassing:) de Pensioenregeling die de R.-K.

                         Kerkprovincie heeft afgesloten met Centraal Beheer te

                         Apeldoorn.

             Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt en getekend

             te ____________________ op ____________________

             De werkgever:                                   De werknemer:    

             ________________________________________________        

             _______________________ (gevolmachtigd) voorzitter

             _______________________ secretaris

             ________________________________________________

            (handtekening)                                   (handtekening)

            Indien van toepassing vanwege artikel 8 (pensioenregeling):

            Voor akkoord:                         (handtekening echtgeno(o)t(e) 

                                                             werknemer)                           



[1] doorhalen wat niet van toepassing is.
[2] één maand bij een tijdelijke arbeidsovereenkomst van minder dan 2 jaar
[3] Zie artikel 10 Rechtspositiereglement

Dit Reglement treedt in werking op 1 januari 1984, waarbij de volgende organisaties - behoudens latere wijzigingen of aanvullingen - zijn aangewezen, die een gezamenlijk benoemingsrecht hebben in de zin van artikel 1, 3e lid: 12 kiesmannen aangewezen door de pastoraal werkers en 2 per bisdom.  

 

De bisschoppen van de Nederlandse bisdommen.

In gevallen, bij dit Reglement niet voorzien, beslist het voltallig Scheidsgerecht of, indien nodig in dringende gevallen, de voorzitter.
De Bisschoppen kunnen dit Reglement wijzigen of intrekken in overleg met de organisaties, bedoeld in artikel 1, 3e lid.
De kosten van het Scheidsgerecht, waarvoor de Bisschoppen in overleg met de in artikel 1, 3e lid bedoelde organisaties algemene richtlijnen voor de honorering van de leden van het Scheidsgerecht vaststellen, komen ten laste van de partij of partijen, door het Scheidsgerecht bij de uitspraak aangewezen.

1          Een appellant kan uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vragen aan de voorzitter van het Scheidsgerecht.

2          Zo’n verzoek om een onmiddellijke voorziening moet gemotiveerd en aangetekend worden ingediend bij de voorzitter van het Scheidsgerecht, die binnen zeven dagen na de indiening het verzoek behandelt en zo nodig voorzieningen treft.

3          Beslissingen bij voorraad, bedoeld in het tweede lid, brengen geen nadeel toe aan de zaak ten principale.

1          Binnen één maand na de laatste zitting, waarop de zaak werd behandeld, beslist het Scheidsgerecht op het beroepschrift. Overschrijden van deze termijn is toegestaan en wordt in de beslissing gemotiveerd.

2          De beslissing, bedoeld in het eerste lid, wordt genomen in een voltallige vergadering van de aangewezen kamer van het Scheidsgerecht.

3          De beslissing wordt met redenen omkleed en door de voorzitter binnen twee weken, nadat zij is genomen, bij aangetekend schrijven aan de partijen toegezonden.

4          Beide partijen onderwerpen zich aan de uitspraak van het Scheidsgerecht.

1          De zittingen van het Scheidsgerecht zijn openbaar.

2          Indien een partij daarom verzoekt, vindt de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren plaats.

3          In het belang van de openbare orde of zedelijkheid of om gewichtige, in het proces-verbaal van de zitting te vermelden redenen, kan het Scheidsgerecht bepalen, dat de zitting geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren zal plaatsvinden.

4          Tijdens de zitting wordt aan partijen de gelegenheid gegeven:

            a          haar belangen voor te dragen of te doen voordragen;

            b          getuigen en deskundigen te doen horen;

            c          kennis te nemen van alle op het geschil betrekking hebbende stukken, waarvan, voorzover mogelijk, tenminste acht dagen voor de zitting aan partijen inzage wordt gegeven.

Indien het Scheidsgerecht zulks ter beslissing van de zaak nodig acht, kan het al dan niet op grond van een daartoe strekkend verzoek van een partij getuigen en deskundigen ter zitting horen.           

Indien het Scheidsgerecht van de bevoegdheid gebruik maakt, doet de voorzitter hiervan vooraf mededeling aan partijen.

Subcategorieën